Bijna één jaar nadat Nedda El-Asmar (°1968) bij Jean Lemmens afstudeerde aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen in 1991 leerden wij haar kennen tijdens de Herfstselecties van het VIZO.
Met de steun van The British Council, het VIZO en The Royal College in Londen kreeg zij dat jaar de unieke gelegenheid om er gedurende twee jaar een postgraduaat 'Silversmithing' te volgen. Haar talent werd er verder verfijnd.
Haar werkjes zijn stuk voor stuk hedendaagse interpretaties van zowel de tradities uit het verleden als de actualiteit.
De gele theepot (1990) en een percolator (1991) zijn haar eerste werken. In Love spoons vormen 2 lepeltjes samen een knop van een roos en met haar zilveren, deels vergulde en elegante condoomhouder (1992) neemt zij deel aan het maatschappelijk debat.
In 1993 smeedde Nedda El-Asmar voor haar oranje picknickmand het zilverwerk; de mand, de glazen en porseleinen kopjes liet ze volgens eigen ontwerp uitvoeren. Nog in datzelfde jaar maakte ze voor de tentoonstelling Een schitterend feest — ter gelegenheid van Antwerpen 93. Culturele hoofdstad van Europa — de Winged Wine Jug, een wijnkan die schitterde in haar krachtige soberheid en monumentaliteit.
Sindsdien is zij heel consequent en vol overtuiging de weg ingeslagen van het vormgeven en ook eigenhandig uitvoeren van zilveren gebruiksvoorwerpen. Daarmee hoopte zij contact te krijgen met een zilverproducerend bedrijf. Door toedoen van The Royal College of Art kreeg zij de gelegenheid om een stage te doen bij Hermès. Toen deze op zijn beurt het Parijse zilverbedrijf Puiforcat overnam betekende dit voor Nedda het begin van een ontwerperscarrière in de industrie. Verschillende van haar ontwerpen werden door Puiforcat in verzilverd metaal in productie genomen: het koffie- en theeservies Don Quichotte (1994), de collectie Pirogue (1996) (champagnekoeler, koekjesdoos en schalen), de serie Reflets (1996) (waterkan, groentekom, vazen, beker, servetring) en een bestek (1997) (in staal).
Voor Hermès maakte zij een timbaal, eierdopje en papkom (Grelot, 1994) en werkt zij momenteel aan een vazenserie Faba.
Het duurt lang voor zulke firma's iets op de markt brengen, vandaar dat ze ook geen overvloed aan stukken kan tonen. Ooit denkt zij met een eigen collectie te beginnen.
1997 wordt voor Nedda een belangrijk jaar. Na David Huycke kreeg ook zij de kans om voor de collectie van het Zilvercentrum in Deurne een set te ontwerpen en uit te voeren in het atelier van het museum zelf. Daarbovenop heeft het VIZO beslist om haar in het volste vertrouwen de Prijs Henry van de Velde voor Jong Talent uit te reiken.