Het West-Vlaamse bedrijf De Zetel heeft niet één sofa gemaakt. Houten stoelen daarentegen...!
Oefent ù hetzelfde beroep uit als uw overgrootouders honderd jaar geleden? David Behaegel (29) wel: hij leidt een stoelenfabriek op enkele kilometers van het atelier waar overgrootvader Cyriel Behaegel ze in 1923 uit de grond stampte: in Ardooie bij Roeselare. Dat deed Cyriel bovendien met de nodige ambitie: De Zetel doopte hij zijn fabriek, omdat hij stoelen wilde afleveren die net zo comfortabel zouden zitten als een zetel. Maar, voor alle duidelijkheid, sofa’s zelf zijn er dus nooit gemaakt bij De Zetel. Wel en masse, vooral na de Tweede Wereldoorlog: keukenstoelen en kerkstoelen uit hout. Stoelen die vooral in Vlaanderen terechtkwamen. Dus, de kans dat u al ooit uren sleet op een houten stoel van De Zetel is niet onbestaande. Bij de grootouders of in de mis. Al zat u welllicht eerder op een stoel van hen bij de Lunch Garden, McDonalds of Le Pain Quotidien.
“We maken nog steeds kerkstoelen”, licht David toe. “Maar die markt is natuurlijk kleiner geworden. Ook die van keukenstoelen of woonkamerstoelen. Weet je dat vroeger een gemiddeld Vlaams gezin achttien stoelen in huis had? Acht in de woonkamer, zes in de keuken en nog eens zes buiten. Vandaag zijn het er een pak minder. Sinds begin deze eeuw zijn we ons nog meer op de projectmarkt gaan richten: we leveren aan ziekenhuizen, kantoren, restaurants. In samenwerking met architecten en interieurarchitecten. Onze hele fabriek is voorzien om zeer snel te kunnen schakelen: wij leveren in drie weken zonder probleem een paar honderd stoelen. Wij hebben onderdelen van alle modellen op stock : goed voor 25.000 stoelen. Hier gaan nu per week zo’n 3000 stoelen buiten. Van balk tot afgewerkt product”. Onlangs nog werd de renbaan van Ascot in Groot-Brittannië voorzien van 2500 nieuwe stoelen uit Roeselare.
Vijftien plus één
Nog een nieuwe richting na de crisis tien jaar geleden was de oprichting van een designcollectie. Onder de naam Z-Creations werd vanaf 2012 samen met toonaangevende ontwerpers zoals Luc Vincent, Stefan Schöning, Bob Van Reeth, Studio Segers een puur Belgische stoelencollectie op de markt gebracht voor zowel projecten als woningen. Een pad waar ze in 2019 nog meer naartoe willen: de collectie werd zopas herdoopt tot ZET en nog wat aangescherpt. “Flexibiliteit is onze troef. Wie vijftien witte en één blauwe stoel wil bestellen, kan dat bij ons doen”, legt Niels Ringoot uit, de business unit manager van ZET.
Toch is de reden waarom De Zetel de Henry Van de Velde Company Award 19 ontvangt niet hun slimme en efficiënte fabrieksorganisatie of hun samenwerking met designers an sich. “De jury koos vooral voor De Zetel omwille van hun wereldwijde positionering op de markt dankzij de technische expertise en machinepark die ze opbouwden en ten dienste stellen van fabrikanten en designers”, klinkt het. De machines en de mensen dus.
In de fabriek zie ik wat dat precies wil zeggen: de droogloodsen waar metershoog beuk gestapeld ligt, maar ook eik, noot en es. Ik zie acht (!) hoogfrequentieovens waar multiplex en massief houten stoelonderdelen in mallen gebogen worden en twee stoomovens voor andere onderdelen, die voornamelijk eik een heel sterke buiging kan geven. Ik zie een robotarm met millimeterprecisie gaatjes boren in poten, zittingen en leuningen. Ik zie een andere productielijn die zaagt, schuurt en afwerkt. Ik zie een speciale frees die de houten verbindingen uit de massieve poten haalt (een belangrijk verschil want andere fabrikanten durven al eens zo’n schakelstuk opkleven, waardoor het veel sneller afbreekt). Ik zie een compleet uitgerust metaalatelier van drie kamers waar de zaagkoppen, slijpschijven en boortjes eigenhandig en nauwgezet onderhouden worden. Ik zie een prototypeatelier waar elk onderdeel van elke stoel die in productie is bewaard wordt. Ik zie lak- en verfcabines en een retro-futuristische droogkabelbaan om stoelen aan op te hangen. Ik zie een soort droogtrommel waar een bijna afgewerkt frame na een eerste verflaag opgeschuurd wordt tot in elk hoekje. Om daarna nog eens in de spuitmachine te gaan. Ik zie mensen stoelen in elkaar klikken, stofferen, inpakken en klaarzetten in de verzending. In totaal werken er een kleine zestig mensen voor De Zetel, waarvan 50 arbeiders.
Puzzel
Het zijn die concrete machines, mensen en handelingen die ervoor zorgen dat De Zetel al sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw als toeleverancier werkt voor andere fabrikanten die bepaalde modellen niet zélf gefabriceerd kregen. Davids vader Geert werkte voor zo goed als alle Belgische meubelfabrikanten uit die tijd. “Helaas zijn de meeste verdwenen of uitgeweken naar andere oorden”, voegt David er fijntjes aan toe. Het fabricagewerk van De Zetel was meestal anoniem, zoals dat in de sector ging en gaat. Tot recent, want het Deense merk Fritz Hansen maakte er vorig jaar niet langer een geheim van dat ze haar legendarische Ant en Egg stoelen in eigen fabrieken maakt, maar voor hun jongste stoel, de N01 van het Japanse designcollectief Nendo, beroep deed op David’s team uit Roeselare. “Bij de ontwikkeling van de N01 stoel ging er veel aandacht naar de zorgvuldig ontworpen constructie. De stoel is haast een puzzel die bestaat uit 23 stukken hout, een combinatie van massief hout en fineer. Deze wordt handmatig gemonteerd terwijl de stukken industrieel worden vervaardigd door een Belgisch familiebedrijf. Dankzij die puzzelwerkwijze konden we de gedetailleerde constructie vertalen in een vlekkeloos design”, klonk het bij Fritz Hansen bij de lancering van de stoel in april 2018. Ik zie in de fabriek hoe twee mensen tegelijk aan een N01 werken. “Een man en een vrouw werken altijd in team aan “de Nendo” zoals wij de stoel noemen. Omdat het zowel verfijning als kracht vraagt om de massieve stoel in elkaar te puzzelen”. Ook het Zweedse merk Massproductions bestelt hier zijn Waiter Chair en de Denen van Norr 11 laten hier de Samurai maken.
Een van de mannen wat verderop blijkt de meest fotogenieke van het bedrijf. De meubelsamensteller staat in de catalogi van verschillende high-end meubelmerken. “Wie goed oplet kan dus weten dat sommige stoelen hier gemaakt zijn,” lacht David Behaegel. Maar dan is hij weer doodserieus, want naast het vakmanschap is discretie een belangrijke troef van het bedrijf. Designgeheimen gaan hier de deur niet uit. Uitzonderlijke stoelen des te meer.