De beknopte biografie van Bob Daenen (°1942) leest als dat van een kunstenaar. Zijn "exploten" als designer worden er wel in vermeld, maar treden niet op de voorgrond.
De banaliteit overstijgen
Het getuigt van zijn streven om zich niet enkel met zijn job te identificeren, maar daarnaast ook een brede belangstelling te ontwikkelen. Hij streeft een totaliteitservaring na en wilt creatief blijven zonder geleefd te worden. Zijn eigen leven neemt hij liefst zelf in handen. Nochtans heeft Bob een enorme verdienste als productontwikkelaar. Sinds hij in 1966 bij Tupperware als designer startte heeft hij de firma een supersterk wereldwijd design imago gegeven. Zijn hoofdopdracht was een Europees centrum voor productontwikkeling op poten te zetten in Aalst. De bedoeling was de nieuwe producties van de firma van hun Amerikaans imago af te helpen en ze op de Europese markt te doen door dringen. Hij slaagde daar zo goed in dat hij, na tal van promoties, ondertussen Vice-President lnnovation werd in de firma en dat het oorspronkelijke designcentrum van Tupperware in Orlando (USA) nu officieel het "Bob Daenen designcentrum" noemt. Gisteren was hij een pionier van productontwikkeling in het na-oorlogse Europa en België en in de context van een multinational. Vandaag inspireert en stimuleert hij de innovatie in het gehele bedrijf en ontvangt hij de Henry van de Velde Prijs voor Loopbaan 2003.
Earl Tupper, de oprichter van de firma had een onvoorstelbaar inzicht in de potentie van plastics en ontwikkelde een zuivere vorm van polyethyleen. Dat resulteerde in het beroemde deksel dat een kom luchtdicht afsloot, waarop Tupperware gebaseerd is. Zijn uitvinding kwam echter te vroeg voor de handel. De mensen begrepen het product niet, met alle gevolgen van dien voor de verkoop. Als oplossing zette Tupper dan een strategie op de sporen waarin uitleg en verkoop perfect op elkaar aansloten. De beroemde Tupperware parties waren geboren. De successtory was begonnen.
Creativiteit met inhoud als er al een andere soort creativiteit bestaat, is de basis van het hele verhaal. Inhoud, visie en diepgang moet er in ieder geval zijn, meent hij, want als een designer die mist, dan mist hij de belangrijkste basis voor creativiteit en innovatie. Ook in zijn management dat voornamelijk berustte op de werving en coaching van zijn personeel. Aanwerven voor zijn design afdeling was steeds een werk van grondige peiling naar de inhoud en potentie van de sollicitanten. Het is ontzettend belangrijk het gepaste talent op het gepaste moment te vinden, hoe aan te werven en hoe dat talent levendig te houden. Van cruciaal belang voor designmanagement is de continue stimulans van de designafdeling en hoe je die scherp houdt.
Bob Daenen plaatste gedurende zijn bijna veertigjarige loopbaan (37 jaar om precies te zijn) design gelijk aan creativiteit, spiritualiteit en levenskunst.
"We zien", schrijft hij, "teveel lege en banale soaps op de TV en er zijn teveel glanzende tijdschriften zonder inhoud. We horen teveel gesprekken, talkshows en muziek zonder inhoud of schoonheid. We zien teveel producten zonder boodschap of identiteit. We beleven teveel banaliteit, commercialisatie van de leegte, van het cliché. Nochtans zou niets banaal moeten zijn. Ieder woord, idee, elk contact, bloem of voorwerp zou een betekenis moeten hebben, diepte en waarde, of, kan zelfs uniek zijn.
Banaliteit is een non-toestand van de geest. Het is niet-bewustzijn. In de natuur is niets banaal; iedere bloem is een wonder, ieder blad een meesterwerk van ingenieursschap, elke boom een grootse sculptuur, iedere oplossing een ingenieus ontwerp. En wijmaken deel uit van die natuur. Dus moeten we doordringen doorheen de façade tot de essentie, de echte realiteit. Vandaar dat zelfs een eenvoudig product ontwerpen,een eenvoudig moment beleven, betekent de banaliteit weigeren, waarden herdefiniëren, het betekenisvolle heruitvinden en het grotere geheel meester zijn".
Het is een tekst die hem inhoudelijk ten voeten uit tekent, met respect voor de filosofie van het Bauhaus. Gropius en zijn groep braken door façades, drongen door tot de essentie en herschiepen de vorm, gesteund op reflecties over de innerlijke krachten (waarden) en structuren van een gegeven. Het werd en is nog steeds de basisfilosofie van Tupperware.
Bob's bewondering gaat uit naar een Leonardo Da Vinci en een Henry van de Velde, die beiden een soort Homo Universalis waren, die schilderden, tekenden, ontwierpen en schreven. Een beetje zoals hijzelf alhoewel hij zich niet op hun niveau plaatst. Er zijn veel vragen rond de mensheid en het Zijn te stellen. Vandaag reserveert Bob tijd om zichzelf deze universele vragen zoals over de dood en het rouwproces te stellen.
Hij studeerde af aan de Academie voor Industriële Vormgeving te Eindhoven in 1965, werkte een jaar als zelfstandig grafisch designer en solliciteerde in 1966 bij Tupperware dat enkele jaren voordien gestart was (1961) in België en naar Aalst verhuisde. Volgens de aankondiging in De Standaard was de firma op zoek was naar een "Agressive Young Designer". Een wat sterke formulering vond Bob, die, toen hij ernaar informeerde eigenlijk een dynamische jonge kracht wilde aanwerven.
Veel mogelijkheden om aan werk te komen als productontwikkelaar waren er in die tijd niet. Je had De Coene (cfr. Philip Neerman, 1930). Meurop, Philips en dan was het rijtje af. Nochtans vonden een aantal tijdgenoten eveneens hun bestemming in vormgeving en zijn er vandaag zelfs nog actief in. Iets ouder dan hijzelf is Rob Buytaert (°1936). Koen De Winter (°1943) in Canada en Paul Verhaert (°1945) zijn jonger, maar die blijft hij een briljante geest vinden. Rudi Verelst, ook in Canada en Axel Enthoven (°1947) zijn tijdgenoten van Bob Daenen. Het zijn allen succesvolle ontwerpers geworden die nu reeds kunnen terugkijken op een mooie en goed gevulde loopbaan en er (in de meeste gevallen) nog steeds hard aan werken.
Oorspronkelijk wilde hij architect worden, maar door het lezen van de artikels van Karel Elno (°1920 +1993), professor in Eindhoven, voelde hij zich sterk aangetrokken tot industriële vormgeving. Elno benadrukte in zijn geschriften namelijk de sociale en culturele dimensie in vormgeving. Hij was daarnaast ook kunstcriticus, en tegelijkertijd een formidabele figuur met een groot charisma. Bob kon op zeker ogenblik zijn vader overtuigen mee te gaan voor een gesprek met Elno, waarna de zaak beklonken was. Hij mocht industriële vormgeving studeren. Met het bekende gevolg.
Vandaag heeft Bob Daenen voor Tupperware ongeveer 260 patenten van zijn hand overgedragen aan de firma. Zijn meest succesvolle product zijn de Modular Space Savers. Twintig jaar na hun verschijnen op de markt worden ze nog steeds geproduceerd. De behoefte eraan is enorm, het commercieel succes ontzettend groot en dat wordt geëvenaard door de maatschappelijke erkenning. Zo kregen de 'Space Savers' in Japan een Award 'voor een product dat de tijd doorstaat'. Het was voor hem een onvoorstelbare onderscheiding, een bijna echt tijdloos product op de wereld gezet te hebben. Tupperware, hij dus en zijn medewerkers, oogstten meer dan veertig prijzen wereldwijd voor allerlei producten gaande van de Expression Range (Flash in sommige landen), tot de Window Canisters, die zacht en hard materiaal, in éénmaal gespoten, structureel en tegelijkertijd decoratief samenbrengen.
Hij wijdt dit succes aan de ongelimiteerde vrijheid die hij kreeg in Tupperware, waardoor een bijzonder grote creativiteit en dynamiek ontstond. Nochtans voelde hij zich in aanvang eenoog in het land der blinden. Niemand wist toen wat productontwikkeling was.
In de loop van de jaren werkte Bob regelmatig samen met andere designers zoals Morison Cousins en Stig Lillelund, zijn beste vrienden en collega's. Helaas zijn beiden overleden en voor beiden schreef hij een bundel gedichten. Morison Cousins was de verantwoordelijke van de design afdeling in de USA en Stig Lillelund was een Deense designer, een consultant van buiten de firma, met een eigen design bureau in Kopenhagen.
Uitsluitend met interne designers werken vindt Bob geen goede zaak. Men wordt te gespecialiseerd of soms te beperkt. Een goede mix van extern en intern talent geeft betere resultaten, werkt verfrissend en inspirerend.
Ontwerpen met Stig Lillelund was een plezier. Hij deelde de visie en de cultuur van de firma. Bovendien drong hij zijn mening niet op. Een ander bureau waar Tupperware mee werkte was FM (Fether-Miles) uit Engeland. Het was een knap bureau, dat ook voor Samsonite werkte en de plastic technologie perfect kende. Bovendien hadden ze de juiste mentaliteit en pasten zijn in Bob's lange termijn visie en design strategie.
Over zijn beeldende kunst moet ik kort blijven. Ik heb er niet veel van gezien. Nochtans heeft hij meermalen tentoongesteld in binnen-en buitenland. Hij kreeg zelfs de Delaunoisprijs voor schilderkunst. Hoofdkenmerk van zijn werk is een strenge geometrie, in twee of drie dimensies. De illustraties in de bundel "A dozen words'" [zie verder] getuigen daarvan.
Zijn boeken, zijn gedichtenbundels heb ik wel kunnen lezen. Maar ook hier wens ik me onthouden van interpretatie, alhoewel ik opmerkte dat, waar hij als designer de droom in de realiteit poogt om te zetten, hij in zijn poëzie net andersom werkt. Zijn gedichten zijn werelden waar de realiteit een droom wordt. Er is de bundel "Tekens zonder taal", het reeds vermelde "Een dozijn woorden - A dozen words" een bundeling van al zijn poëzie, opgeluisterd met illustraties van enkele plastische werken sinds 1984. "Meditation for Morison" en tenslotte "Letters to my friend" zijn opgedragen aan zijn overleden vrienden-collega's Morison en Stig. Het laatste boek vooral is een verwerken van vragen omtrent het rouwproces, leven, dood en spiritualiteit. Het is naast een sterke getuigenis van vriendschap, een zoektocht naar het geheel, de samenhang van het Zijn, een streven dat zijn hele leven en werken bepaalt.